Interview Dr Vermeeren
Het aantal personen dat niet meer kan werken omwille van een psychische aandoening kent al enkele jaren een ongeziene toename. Het stelt de ganse samenleving voor grote uitdagingen. Er is niet enkel de directe impact op de persoon zelf, maar ook op zijn naaste, collega’s, werkgever, klanten, verzekeraars, ziekenfondsen,…
Als jarenlange expert in gewaarborgd inkomen zien ook wij een stijgend aantal leden lijden aan psychische aandoeningen.
De uitdagingen zijn divers. Het gaat om inzetten op preventie, maar evenzeer op behandeling van leden en de nood aan begeleiding bij de heropstart.
In onderstaande gesprek met Dr. Els Vermeeren, raadgevend arts bij Precura, gaan we dieper in op deze materie.
Dr. Vermeeren: de aandoening burn-out bestaat natuurlijk al langer maar de laatste 10 jaren zien wij ons geconfronteerd met een heuse tsunami. In de loop der jaren evolueerden onze medische inzichten en behandelwijzen grondig. Ondertussen begrijpen wij steeds meer van deze ziekte. Deze inzichten staan ons toe onze leden en verzekerden nauwgezetter en succesvoller te begeleiden.
Precura: Wat is nu juist een burn-out?
Dr. Vermeeren: Een burn-out is een fysiologische aandoening waarbij de patiënt emotioneel en fysiek uitgeput is en weinig tot niets kan presteren. De term burn-out werd begin jaren zeventig voor het eerst gebruikt door de Amerikaanse psychotherapeut Herbert Freudenberger en Christina Maslach.
Burn-out werd aanvankelijk omschreven als een syndroom, gekenmerkt door mentale, fysieke en emotionele uitputting en een gevoel van onbekwaamheid.
Een meer actuelere definitie vinden we dichter bij huis, met name in het driejarig onderzoeksproject – noem het gerust een baanbrekende studie – van Lode Godderis, Professor Arbeidsgeneeskunde KU Leuven.
Hij definieert burn-out als een extreme vorm van langdurige psychische vermoeidheid ten gevolge van het uitgevoerde werk. Dr. Godderis onderscheidt hierbij 3 kernsymptomen :
- Emotionele/mentale uitputting. Waarbij men zich overbelast voelt met verlies van fysieke en emotionele hulpbronnen.
- Depersonalisatie of onthechting. Dit verwijst naar negatieve, ongevoelige en overdreven afstandelijke reacties ten aanzien van het werk en bij uitbreiding ook in de private sfeer.
- Verminderde persoonlijke bekwaamheid. Verwijst naar een gebrek aan persoonlijke realisatie, met het gevoel van incompetentie in de uitoefening van zijn of haar beroep.
Precura: Hoe manifesteert een burn-out zich dan? Wat zijn typische klachten en/of symptomen?
Dr. Vermeeren: Het belangrijkste symptoom van een burn-out is dat je lichamelijk en geestelijk zo vermoeid bent dat je het niet meer kunt opbrengen om naar je werk te gaan. Zelfs eenvoudige huishoudelijke taken lijken een onoverkomelijke berg. Een ander veelvoorkomend gevolg van een burn-out is de onverschilligheid ten opzichte van je werk. Je verliest steeds meer belangstelling in je werk en uiteindelijk geef je er (bijna) niets meer om.
De overige symptomen van een burn-out zijn vrijwel dezelfde als de symptomen van stress. Denk hierbij aan piekeren, emotionele reacties, niet meer helder kunnen nadenken, hoofd- en nekpijn, verminderde weerstand, slaapstoornissen, enz.
Bij een burn-out worden verschillende reacties onderscheiden: fysieke uitputting, verhoogde sensitiviteit, emotionele buien en verminderde persoonlijke bekwaamheid. Deze reacties hoeven niet gelijktijdig voor te komen. Neurotische klachten zoals schuldgevoelens, angsten, depressies of obsessies manifesteren zich meestal in een latere fase.
Precura: We hebben het gehad over de symptomen, maar wat is nu de oorzaak van een burn-out?
Want voorkomen is toch beter dan genezen?
Dr. Vermeeren: Een burn-out wordt vaak beschouwd als een werk gerelateerd probleem, maar ontstaat meestal als gevolg van verschillende factoren. Je kan dus stellen dat zowel werk, privé als persoonlijkheid een rol spelen. Een burn-out ontstaat immers als gevolg van langdurige emotionele overbelasting en stress.
Ook belangrijk om mee te geven is dat iedereen een burn-out kan krijgen. Wel is het zo dat we in de praktijk zien dat zeer perfectionistische personen meer aanleg lijken te hebben om een burn-out te ontwikkelen.
Precura: Helder. Moet er dan niet massaal ingezet worden op preventie?
Dr. Vermeeren: Uiteraard is preventie en hervalpreventie zo mogelijk nog belangrijker dan de behandeling er van. Ik ijver er dan ook voor dat meer aandacht aan preventie van burn-out wordt besteed. Helaas gebeurt dit nog steeds niet of te weinig.
Daarentegen biedt Precura wel preventieve coaching en/of therapeutische begeleiding aan onze leden op de rand van een burn-out aan.
Er is de telefonische hulplijn, “Rehalto-Luistert” dewelke 24/7 bereikbaar is voor onze leden. Deze is laagdrempelig en anoniem. Het is een eerstelijns hulpverlening voor wie worstelt met allerhande levensvragen, professionele of persoonlijke problemen. Ervaren, gediplomeerde psychologen staan dag en nacht klaar om onze verzekerden bij te staan zowel telefonisch als mocht dat nodig blijken face-to-face. Deze dienstverlening vanuit een verzekering is bij mijn weten uniek. Precura speelt hierin een belangrijke voortrekkersrol.
Even uniek is de rol die onze Disability Case Manager opneemt. Vermoeidheid, concentratieverlies, vergeetachtigheid, piekeren,… het leidt vaak tot administratieve verwaarlozing. Eenvoudige administratieve handelingen blijken plots onoverkomelijke taken. Het zorgt alleen maar voor meer stress, meer piekergedrag en het komt de genezing allerminst ten goede, integendeel. Daarom voorziet Precura ook in een persoonlijke begeleiding indien onze leden dat wensen. De D.C.M. komt desnoods persoonlijk langs, informeert, ondersteunt en helpt onze leden het nodige papierwerk te volbrengen.
Onze D.C.M. kan ook preventief gecontacteerd worden. Indien een arbeidsongeschiktheid dreigt en een vorm van coaching of begeleiding nodig blijkt. Tijdig en gepast ingrijpen en bijsturen kan een langdurige arbeidsongeschiktheid voorkomen.
Precura: Je sprak eerder over een groeiend maatschappelijke impact bij het psychische welzijn. Ook bij Precura stellen we een toename vast van het aantal arbeidsongeschiktheden ten gevolge van een burn-out. Hoe verhouden onze cijfers zich ten opzichte van de maatschappij?
Dr. Vermeeren: Uit een recent grootschalig onderzoek van FOD Werkgelegenheid rond burn-out blijkt een globaal prevalentie cijfer (aantal zieken) van 7% van de werkende bevolkingsgroep en 10% hoog risico tot ontwikkelen van een burn-out.
Wanneer we de prevalentie van alle angst- en depressieve stoornissen in de bevolking in acht nemen, zijn de cijfers nog schrikwekkender. In maart 2022 had in totaal 24% van de Belgische bevolking een angst- of depressieve stoornis. Dat betekent 1 persoon op 4!
Ook hier volgt Precura de nationale trend : wij stellen vast dat 25% van het aantal aangiftes van arbeidsongeschiktheid gebeurt omwille van een psychische aandoening.
Precura: Dat zijn schokkende cijfers. Bestaan er dan voorgeschreven behandelingen om dit medisch onderbouwd aan te pakken?
Dr. Vermeeren: De term burn-out wordt te pas en onpas gebruikt. Het is evident dat het stellen van een correcte diagnose primordiaal is voor de behandeling van een ziekte.
De wetenschappelijk onderbouwde diagnostische tool die Lode Godderis voorstelt, de Burn-out Assessment Tool (BAT), is een dankbaar, efficiënt en vrij eenvoudig te gebruiken hulpmiddel voor ons artsen, psychologen enz. Het betreft een (zelf)beoordelingsvragenlijst om de graad van burn-out in te schatten.
De BAT is ontwikkeld op basis van zowel een deductieve (theoretische) als een inductieve (empirische) benadering. De BAT helpt ons daadwerkelijk om burn-out op een correcte wijze te diagnosticeren bij individuen en kan helpen in de differentiatie tussen depressie/burn-out/surménage, of overspannenheid en psychische decompensatie.
Bovendien ondersteunt deze tool de eerstelijnshulpverleners zoals artsen & psychologen, om patiënten op te volgen doorheen hun ziekteproces, de effectiviteit te monitoren van de behandeling, de eventuele begeleiding en coaching.
Precura: In welke mate speelt de adequate opvolging een rol in het genezingsproces?
Dr. Vermeeren: De studie van Lode Godderis beperkte zich uiteraard niet enkel tot de ontwikkeling van de BAT.
Hij ontwikkelde tegelijk enkele belangrijke inzichten en richtlijnen bij de behandeling van burn-out. Zo blijkt een adequate begeleiding cruciaal, waarbij elke partij zijn deel van de verantwoordelijkheid dient op te nemen. Zowel de begeleider als de begeleide, de werkgever en zijn/haar omgeving.
Bovenal wordt aangeraden te werken in fasen om een vlot herstel van een klassieke burn-out te bereiken.
– Crisisfase (+/- 3 à 4 weken) : periode van volledige rust, volledige arbeidsstop.
– Probleem- en oplossingsfase (+/- 4 à 6 weken) : periode waarin in samenspraak met de klant
probleemoplossende mogelijkheden worden aangereikt.
– Herstelfase (+/- 4 à 6 weken) : periode waarin actief wordt gestart aan herstel. Deeltijdse progressieve
werkhervatting is een optie.
Precura gebruikt deze fasering als leidraad bij de beoordeling en begeleiding van onze leden die lijden aan een burn-out. Gedurende de periode van ongeschiktheid zullen onze adviserend artsen onze verzekerden op regelmatige basis begeleiden en evalueren.
Precura: Welke rol speelt u, als raadgevend arts, in dit hersteltraject?
Dr. Vermeeren: met relatief korte tussenperiodes worden evaluaties ingelast, in functie van de hogervermelde fasering. Er wordt aan de klant best van bij de eerste evaluatie meegedeeld dat een correcte behandelwijze essentieel is, en dat wellicht nog evaluatie-momenten zullen volgen. Evaluaties blijken ook uitermate zinvol om het hersteltraject op te volgen en bij te sturen indien nodig.
Wij trachten onze leden te begeleiden met een zeer concreet 8 stappenplan.
- Oriëntatie
- Analyse van de stressklachten en bronnen
- Herstellen van energie en fysieke conditie
- Omgaan met stress en emoties
- Versterken van competenties
- Aandacht voor persoonlijke levensvisie, talenten en drijfveren
- Match sociale omgeving en werkomgeving
- Werkhervatting , terugvalpreventie en follow up
In functie van dit stappenplan maar ook in functie van de ernst, disfunctioneringsniveau en context worden evaluatie-momenten met onze leden georganiseerd.
Zo volgen we onze leden kort op. Er is systematisch contact tussen het lid en onze raadgevende arts en dit wordt veelal als positief ervaren. Het lid ervaart dit doorgaans als een terechte betrokkenheid om zijn ziektedossier in alle ernst te evalueren en als hulpmiddel bij de genezing ervan.